Het is leuk, gezond en goed voor de ontwikkeling voor kinderen: buitenspelen. Maar voor kinderen met een handicap is dat niet zo makkelijk. Zij hebben een aangepaste speeltuin nodig en daar zijn er in Nederland maar heel weinig van. Het kabinet wil nu dat gemeenten daar iets aan doen.
Buitenspelen is niet voor ieder kind vanzelfsprekend. Want wie een handicap heeft, kan niet zomaar van de glijbaan, of op de schommel.
Spelen opgenomen in VN-kinderverdrag
Ilse van der Put is voorzitter van de Speeltuinbende en zet zich in voor toegankelijke speeltuinen. "Als je niet kunt spelen, kun je je niet ontwikkelen en buitenspelen is ongelofelijk belangrijk voor kinderen, voor álle kinderen."
Goed kunnen buitenspelen is zelfs zo belangrijk dat het recht erop is opgenomen in het VN-kinderverdrag. Toch zijn er pas in 60 van de bijna 400 gemeenten 'samenspeeltuinen', waar kinderen met en zonder handicap met elkaar kunnen spelen.
Volgens Van der Put is het helemaal niet zo ingewikkeld om reguliere speeltuinen zo aan te passen dat ze toegankelijk zijn voor álle kinderen.
In gesprek met gemeenten
Meer samenspeelplekken dus, vindt D66-Tweede Kamerlid Vera Bergkamp. "Een kind is een kind, of het nou een handicap heeft of niet. En een kind wil spelen. Dus wij zouden heel graag willen dat er in minimaal de helft van de gemeenten een toegankelijke speeltuin is."
Minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid gaat met gemeenten in gesprek om te zorgen dat er in de toekomst veel vaker samen gespeeld kan worden.
Wil je weten waar bij jou in de buurt nu al een toegankelijke speeltuin zit? Je kunt het hier bekijken.
(Bron: RTL Nieuws)