Noord- en Zuid-Korea: "Waarom al dat verdriet als we samen kunnen zijn?"

15 maart 2018 - Redactie Support Magazine

Tijdens de Olympische Spelen was het Koreaanse ijshockeyteam een mix van Noord- en Zuid-Koreanen. Een teken van hoop op vrede, dat velen ontroerde. Tijdens de Paralympische Spelen volgen de para-ijshockeyers niet hetzelfde voorbeeld. Noord en Zuid zijn weer gescheiden. Al is dat niet helemaal waar.

Het Gangneung Hockey Centre kent tijdens de Paralympische Spelen bijna dagelijks een uitverkocht huis – zéker tijdens de wedstrijden van Zuid-Korea. Voor Kwang Hyouk Choi, speler in het Zuid-Koreaanse team, steeds weer een uniek moment. Hij groeide namelijk op in Noord-Korea, in een tijd dat er hongersnood in het land heerste. De 30-jarige Choi denkt er liever niet meer aan. "Het verleden was niet zo rooskleurig voor mij, dus ik wil er niet over nadenken als het niet hoeft", zegt hij. "Mijn herinneringen zijn overgegaan in een soort waas die ik in twee, drie zinnen kan beschrijven."

IJsverkoper

Choi's ouders scheidden toen hij 7 jaar was, hij ging bij zijn oma wonen. Twee jaar later stierf zijn, werd Choi dakloos en overleefde hij op straat. Hij verkocht ijsjes aan treinreizigers. Omdat hij zich geen kaartje kan veroorloven, reed hij vaak met de trein mee op het dak van een rijtuig, of hangend aan de zijkant: "Overdag was ik op straat, 's nachts sliep ik in motels vlakbij stations." Na 4 jaar overleven viel hij van een sneltrein. Zijn linkervoet moest worden geamputeerd, maar door een tekort aan medische middelen onderging hij die operatie zonder verdoving.

"Ik woonde in een land waar het al moeilijk is voor een persoon met armen en benen. Toen ik bij voet verloor, dacht ik: dit wordt mijn dood", vervolgt de ijshockeyer. "Maar ik paste me langzaam aan. Het leven was moeilijk, ik overwoog zelfmoord, kon niet over het ongeluk praten. Inmiddels gaat dat een stuk beter."

Naar Zuid-Korea

Choi kwam via zijn vader in contact met iemand die hem kon helpen 'over te lopen' naar Zuid-Korea. Daar zou het leven met een handicap makkelijker worden. In 2001 stak hij de zwaarbewaakte grens over, schreef zich in voor een studie tot prothesemaker en een van zijn professoren introduceerde hem in het ijshockey. "Ik had niet verwacht dat ik zou zijn waar ik nu ben", erkent hij. "Ik was gewoon een normale student, dronk bier en ontdekte het leven. Maar als ijshockeyer werd ik geïnspireerd door mijn teamgenoten, die steeds beter werden. Dat wilde ik ook."

Vorig jaar maakte hij zijn debuut in het nationale team van Zuid-Korea. Dat was een groots moment. Liefst had hij in een gezamenlijk Koreaans team – Noord en Zuid – gespeeld. "Natuurlijk was er veel kritiek op het Olympische team”, erkent Choi. "Maar aan het einde van de Spelen was het ontroerend om ze allemaal met elkaar te zien huilen. Ongelofelijk dat we al dat verdriet toestaan. Waarom moet dat er zijn als we ook in vrede verenigd kunnen leven?"

(Tekst: Robin Wubben/ParaWatcher)

Altijd op de hoogte blijven?